Dorn therapie.... een andere kijk op rugklachten

De Dorn behandeling is een zachte, manuele wervel- en gewrichtsbehandeling. Ze kan gebruikt worden bij klachten, die direct of indirect samenhangen met de wervelkolom.

 

Dorn therapie is ontwikkeld in Duitsland door Dieter Dorn. Nadat Dieter door een boer uit een naburig dorp met een eenvoudige behandeling van zijn spit afgeholpen werd, heeft hij zelf deze therapie verder ontwikkeld. Zijn lijfspreuk werd: 'Einen kranken Rücken soll mann drücken'.

Dorn therapie is in Duitsland inmiddels een bewezen en geaccepteerde behandelwijze.

 

Bij het toepassen van deze behandelwijze worden geen medicamenten, injecties of instrumenten gebruikt. Binnen de Dorn therapie worden blokkades en scheefstand van wervels en gewrichten met de handen aangevoeld en op een zachte manier, met een duimdruk, gecorrigeerd.

Het inzicht en de opmerkzaamheid van de therapeut is belangrijk. Het betreft een veilige, eenvoudige, maar doeltreffende behandelwijze, zonder ‘kraken’ en is ook zeer geschikt voor kinderen en tieners.

 

Dorn therapie is zeer goed te combineren met de Breuss massage.

 

Werking Dorn therapie

De basis van de Dorn behandeling bestaat uit het onderzoeken en zo nodig corrigeren van beenlengteverschil. Beenlengteverschil komt bij meer dan 75% van de mensen voor.

Een beenlengteverschil heeft maar in een klein aantal gevallen een anatomische oorzaak. Meestal is beenlengteverschil het gevolg van subluxatie (het gedeeltelijk uit de kom raken) van het heupgewricht of het is ontstaan doordat het knie- of spronggewricht ietsje uit elkaar is geschoven door bijv. een val of een misstap (dit kan jaren geleden gebeurd zijn en al lang vergeten).

Ook autorijden, veelvuldig scheef zitten, met de benen over elkaar zitten, sterk rechts of links georiënteerd zijn, vertillen, veel aan één kant dragen van bijv. de boodschappentas of verkeerd bewegen kan op den duur millimeters tot centimeters verschil geven, zonder dat je het in de gaten hebt.

Om het beenlengteverschil op te heffen, maakt men bij reguliere therapievormen het kortere been langer (bijv. middels een orthopedische hakverhoging). Echter dit stabiliseert de bekkenscheefstand, die later tot enorme klachten kan leiden. Bij Dorn therapie wordt juist het langere been op een natuurlijke wijze korter gemaakt.

 

Wanneer er een beenlengteverschil is ontstaat bekkenscheefstand en hieruit ontstaan vaak verschuivingen van wervels. Daarom wordt, als na het corrigeren van het beenlengteverschil de basis in orde is, het bekken en de wervelkolom gecontroleerd en waar nodig gecorrigeerd.

 

De wervelkolom is niet alleen het centrale steunpunt van het lichaam, maar ook het stabiele beschermende omhulsel van de centrale zenuwstreng, die onze hersenen met alle organen verbindt. De zogenaamde spinale zenuwen treden tussen de wervels naar buiten en verzorgen de daaraan gekoppelde interne organen en lichaamsdelen. De zenuwopeningen tussen de wervels zijn bij sommige wervels niet al te groot. Door scheefstand van één of meerdere wervels worden de betreffende zenuwen ingeklemd en in hun functie belemmerd. Dit kan allerhande klachten geven in de gerelateerde gebieden.

De zenuw hoeft niet compleet te worden afgeklemd om klachten te veroorzaken. Een constante zeer lichte druk kan de spinale zenuw al irriteren. De gevolgen hiervan kunnen talrijk zijn. Denk bijv. aan hoofdpijn, migraine, uitstralende pijn in armen of benen, klachten van de maag, darmen, blaas etc., zelfs de psyche kan door scheefstand beïnvloed worden.

 

Tenslotte kunnen ook schouder-, arm- en handgewrichten en het kaakgewricht nagelopen worden. Correcties worden altijd gedaan terwijl de cliënt beweegt (dynamische correcties), waardoor het lichaam veel makkelijker de correcties accepteert.

 

Na de Dorn behandeling is het erg belangrijk om 2 tot 3 dagen zware inspanningen en tillen te vermijden. Er kan gedurende enkele dagen wat spierpijn optreden. Het lichaam moet wennen aan de nieuwe stand en spieren, pezen en andere weefsels moeten hun nieuwe spanning vinden.

Het helpt hierbij om voldoende te drinken (water en kruidenthee) zodat de afvalstoffen die los zijn gekomen uit de weefsels afgevoerd kunnen worden.

 

Kinderen en tieners
Bij kinderen en tieners is het zinvol (en verstandig) om regelmatig de wervelkolom en de gewrichten te controleren, zodat zij zich evenwichtig kunnen (blijven) ontwikkelen.

 

Symptomen van verschoven wervels en gewrichten bij kinderen kunnen zijn:

  • Spijsverteringsproblemen
  • 'Traagheid' in de ontwikkeling
  • Slaapproblemen
  • Onrust in gedrag
  • Slechte weerstand

 

In de pubertijd treden soms verschuivingen op door een plotselinge snelle lengtegroei. Niet voor niets wordt uw kind voor het deze groeispurt ingaat door de schoolarts gecontroleerd op een beginnende scoliose (met de zogenaamde buk test).